Dag 49: Een Uitdaging? Nee, dankjewel

Dit is een vervolg op 'Dag 48: Terugkrabbelen op het Laatste Nippertje'.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn om alleen te zijn.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om alleen zijn te verbinden met angst, en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn van mijn eigen angst.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn om iets alleen te doen of iets op mijn eentje te ondernemen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om 'iets alleen doen of ondernemen' te verbinden met angst en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn van mijn eigen angst.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat ik altijd iemand aan mijn zijde nodig heb om mij te ondersteunen, om mij aan te moedigen, om mij richting te geven en om mij te verzekeren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mijzelf af te scheiden van ondersteuning door het te definieren in iets of iemand anders.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mijzelf af te scheiden van moed door het te definieren in iets of iemand anders die mij aanmoedigt.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mijzelf af te scheiden van richtinggeven door het te definieren in iets of iemand anders die mij richting geeft.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mijzelf af te scheiden van zekereheid door het te definieren in iets of iemand anders die mij verzekert.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te ondersteunen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te aanvaarden als mijn steun.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te aanvaarden als moed.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf richting te geven.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te aanvaarden als richtinggever van mijn eigen leven.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te aanvaarden als zekerheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mij overweldigd te voelen door een gevoel van weerstand.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat dit gevoel van weerstand echt was en dat het meer was dan mijzelf, tot op het punt waar ik meestal ingaf op het gevoel van weerstand, alsof ik ernaar moest lusiteren, dat het een beschermingsmechanisme was, ingebouwd en geactiveerd om mijzelf te beschermen, zelfs als ik mij niet bewust was van de redenen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om in te zien dat als ik niet weet wat er gaat gebeuren in de toekomst, dan kan mijn mind dit ook niet weten, en dus kan het overwelmende gevoel van weerstand geen beschermingsmechanisme zijn, want ik of mijn mind hebben geen reden om te denken dat ik van iets moet beschermd worden.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om in te zien dat de weerstand enkel een resultaat van angst was, angst voor de toekomst, angst voor het onbekende, angst om geen controle te hebben, angst voor onzekerheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om angst te hebben voor de toekomst omdat ik niet weet wat er zal gebeuren en ik geen gevoel van voorspelbaarheid, veiligheid en controle heb.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat ik een gevoel van voorspelbaarheid, veiligheid en controle nodig heb om okay te zijn - in plaats van mijzelf te aanvaarden als zelf-stabiliteit, en wat er ook komt in de toekomst, ik ben hier en ik sla mij er doorheen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om angst te hebben voor het onbekende.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om de toekomst en het onbekende te verbinden met angst en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestan en aanvaard om bang te hebben voor mijn eigen angst.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om angst te hebben om geen controle te hebben.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om geen controle hebben te verbinden met angst en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn van mijn eigen angst.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn voor onzekerheid.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om onzekerheid te verbinden met angst en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om bang te zijn voor mijn eigen angst.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om het gevoel van weerstand meteen te vertrouwen, zelfs als ik niet zag waarom het daar was, maar omdat ik het zo meteen vertrouw, probeer ik het uit te leggen aan mijzelf met de hulp van allerlei excuses en verantwoordingen - en in het gebruiken van die excuses en verantwoordingen en in het geloven dat ze geldig zijn, versterk ik enkel het gevoel van weerstand.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om in te zien dat het best wel grappig is hoe de mind bijna niets van het werk moet doen - het roept een gevoel van weerstand op en nadien doe ik al het werk wel om mijzelf te overtuigen dat de weerstand gerechtvaardigd is, door te zoeken voor excuses en verantwoordingen voor de weerstand.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om in te zien dat weerstand een teken is van nieuwe kansen en dus, dat weerstand net een teken is dat ik door moet gaan, en niet moet stoppen - want als ik doorheen de weerstand loop, zal ik nieuwe kansen, nieuwe deuren tegenkomen - als ik ingeef aan de weerstand, ontzeg ik mij die kansen en maak ik eigenlijk de beslissing om gelimiteerd te blijven in waar en wie ik momenteel ben, mijzelf afsluitend van de mogelijkheden die er zijn.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat ik nieuwe projecten niet aan kan.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om elke keer ik iets nieuws onderneem, angst heb dat ik het niet zal aankunnen, dat ik zal falen - en om de teleurstelling van zo'n faling te ontwijken, beslis ik op voorhand al dat ik het niet zal aankunnen in het aanvaarden van die ene gedachte: 'ik kan het niet aan' - en dan geef ik meteen op, zonder er zelfs aan te beginnen, zonder mijzelf een kans te geven om de uitdaging aan te gaan.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om uitdagingen altijd te zien als iets negatiefs, iets waarbij ik kan verliezen, of iets kan verliezen - in plaats van in te zien dat ik nooit iets kan verliezen in het aangaan van een uitdaging, ik kan enkel bijleren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om in te zien dat als ik een uitdaging uit de weg ga, dat ik dan meteen iets verlies: de mogelijkheid en kans om bij te leren, om mijzelf uit te breiden en ontwikkelen op nieuwe manieren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb teogestaan en aanvaard om angst te hebben voor uitdagingen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om uitdagingen te verbinden met angst en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om angst te hebben voor mijn eigen angst.

Als en wanneer ik zie dat ik een paniekaanval krijg omdat ik denk dat ik iets niet zal aankunnen, dan stop ik, dan adem ik. Ik realiseer mij dat de paniekaanval niets meer is dan weerstand omdat ik schrik heb dat ik zal falen op 1 of andere manier. Ik verbind mij ertoe om in die momenten door te zetten, door de weerstand heel te lopen en de uitdaging aan te gaan in zelf-vertrouwen - het zelf-vertrouwen dat ik kan staan en dat als ik iets niet weet of ergens niet zeker over ben, dat ik voor assistentie zal vragen van anderen om de taak tot een goed einde te brengen.

Als en wanneer ik zie dat ik wil opgeven vooraleer ik aan iets begin, dan stop ik, dan adem ik. Ik realiseer mij dat ik mijzelf tekortschiet als ik opgeef, waarbij uit angst voor verlies, ik meteen kies voor verlies van bij het begin. Ik verbind mij ertoe om niet te stoppen, maar verder te gaan, zelfs als ik geen 'goede' uitkomst kan voorspellen - want ik weet dat in het aangaan van de uitdaging, ik zal bijleren en dat ik daarin zal groeien, in plaats van mijzelf te begrenzen van het begin.
Enhanced by Zemanta

0 comments: