Dag 61: De Kinderen Zullen de Weg Wijzen
Deze blog-post is een vervolg op 'Dag 60: Het Onvoorwaardelijk Vertrouwen van een Kind'.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken en geloven dat het onvoorwaardelijk vertrouwen van een ander onmogelijk is.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard heb in te zien dat de gedachte en het geloof dat onvoorwaardelijk zelfvertrouwen onmogelijk is eigenlijk een beslissing is en niet een feit - want een nieuwgeboren kind vertrouwt onvoorwaardelijk, en zij zijn dus het bewijs dat onvoorwaardelijk vertrouwen in een ander mogelijk is.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om een kind z'n onvoorwaardelijk vertrouwen te schenden door het kind niet te behandelen op de manier dat ikzelf zou willen behandeld worden - maar in plaats van dit onvoorwaardelijk vertrouwen te eren, het kind te introduceren in een mentale staat van wantrouwen, misleiding, leugens en paranoia - waarbij ik, in plaats van te leren van het kind, het kind 'mijn weg' opleg, de weg van de wereld zoals het nu is - waarbij ik niet in overweging neem hoe ik daardoor enige kans om de wereld te verbeteren, vernietig.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard schrik te hebben en angstig te zijn wanneer ik zie/mij realiseer hoeveel vertrouwen een kind heeft in mij - omdat dit betekent dat ik dan ook een verantwoordelijkheid heb om dit vertrouwen te eren - en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te vertrouwen in de capaciteit om een ander te eren, te helpen groeien, te leiden, te steunen op een manier waarop het kind ook zelfvertrouwen kan ontwikkelen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om schrik te hebben en angstig te zijn voor verantwoordelijkheid door de perceptie dat verantwoordelijkheid een dimensie van potentiële faling inhoudt - en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om 'verantwoordelijkheid' te linken met 'potentieel falen' in mijn geest.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om schrik te hebben om te falen.
Als en wanneer ik zie dat ik in een staat van angst treedt omdat ik zie in welke mate een ander mij vertrouwt - dan stop ik, dan adem ik - ik realiseer mij dat ik op mijn eigen zelfvertrouwen moet werken, zodat ik zelfvertrouwen in de ander kan ontwikkelen, zodat, wanneer eenieder mekaar vertrouwt, we ook mekaar kunnen vertrouwen op een onvoorwaardelijke manier - en dus, ik verbind mij ertoe om in dat moment, de angst en de schrik niet in achting of vertrouwen te nemen, maar mijzelf te vertrouwen in mijn adem en het moment per moment te nemen, zodat ik, met de tijd, stap voor stap, mijn zelfvertrouwen kan ontwikkelen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te denken en geloven dat het onvoorwaardelijk vertrouwen van een ander onmogelijk is.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard heb in te zien dat de gedachte en het geloof dat onvoorwaardelijk zelfvertrouwen onmogelijk is eigenlijk een beslissing is en niet een feit - want een nieuwgeboren kind vertrouwt onvoorwaardelijk, en zij zijn dus het bewijs dat onvoorwaardelijk vertrouwen in een ander mogelijk is.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om een kind z'n onvoorwaardelijk vertrouwen te schenden door het kind niet te behandelen op de manier dat ikzelf zou willen behandeld worden - maar in plaats van dit onvoorwaardelijk vertrouwen te eren, het kind te introduceren in een mentale staat van wantrouwen, misleiding, leugens en paranoia - waarbij ik, in plaats van te leren van het kind, het kind 'mijn weg' opleg, de weg van de wereld zoals het nu is - waarbij ik niet in overweging neem hoe ik daardoor enige kans om de wereld te verbeteren, vernietig.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard schrik te hebben en angstig te zijn wanneer ik zie/mij realiseer hoeveel vertrouwen een kind heeft in mij - omdat dit betekent dat ik dan ook een verantwoordelijkheid heb om dit vertrouwen te eren - en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb toegestaan en aanvaard om mijzelf te vertrouwen in de capaciteit om een ander te eren, te helpen groeien, te leiden, te steunen op een manier waarop het kind ook zelfvertrouwen kan ontwikkelen.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om schrik te hebben en angstig te zijn voor verantwoordelijkheid door de perceptie dat verantwoordelijkheid een dimensie van potentiële faling inhoudt - en dus, ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om 'verantwoordelijkheid' te linken met 'potentieel falen' in mijn geest.
Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om schrik te hebben om te falen.
Als en wanneer ik zie dat ik in een staat van angst treedt omdat ik zie in welke mate een ander mij vertrouwt - dan stop ik, dan adem ik - ik realiseer mij dat ik op mijn eigen zelfvertrouwen moet werken, zodat ik zelfvertrouwen in de ander kan ontwikkelen, zodat, wanneer eenieder mekaar vertrouwt, we ook mekaar kunnen vertrouwen op een onvoorwaardelijke manier - en dus, ik verbind mij ertoe om in dat moment, de angst en de schrik niet in achting of vertrouwen te nemen, maar mijzelf te vertrouwen in mijn adem en het moment per moment te nemen, zodat ik, met de tijd, stap voor stap, mijn zelfvertrouwen kan ontwikkelen.
0 comments: