Dag 90: Relaties en Afhankelijkheid

Deze blog-post is een vervolg op:
Dag 88: Waarom Kan mijn Paard niet Eeuwig Leven?
Dag 89: Iemand Verliezen aan Kanker

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om meteen het ergste te verwachten wanneer ik hoorde/zag/opmerkte dat mijn moeder ziek was - door meteen te veronderstellen dat ze kanker had.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om - in de overtuiging dat mijn moeder kanker heeft - de reageren in angst om haar te verliezen aan kanker.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mijzelf, in die angst-reactie, in de toekomst te projecteren en mij te proberen inbeelden hoe mijn leven er zou uitzien als mijn moeder zou sterven.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om projecties in de toekomst/verbeelding te gebruiken om mijzelf in een emotionele staat te brengen - niet om mijzelf op een praktische manier te kunnen voorbereiden, maar om medelijden te hebben met mijzelf.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om het op een perverse manier 'leuk' te vinden dat er iets ergs als mijn moeder die kanker heeft te hebben gebeuren in mijn leven - alsof drama mijn leven meer realistisch/meer interessant/meerwaardig maakt.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te geloven dat ik niet geleefd heb als ik geen drama en miserie heb ervaren tijdens mijn leven - en dus, te geloven dat elke keer iets vreselijks gebeurt, het mijn leven 'rijker' en meer geldig maakt.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om 'leven' te definiëren in en als wat ik zie in films en in TV-series, waarbij het constante drama is en mijn leven te vergelijken met de levens die ik zie/zag op TV en dan te denken/geloven dat mijn leven niet boeiend/niet echt/niet geldig is in vergelijking.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat ik drama nodig heb in mijn leven om een vervuld leven te lijden.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te bezeten worden door angst in de gedachte om alleen achter te blijven met mijn vader in geval dat mijn moeder zou sterven.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om die angst-ervaring te verbinden met het woord 'kanker' - en dus, elke keer ik in contact kom met het woord 'kanker', te reageren in een paralyserende angst.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard te geloven dat als mijn moeder zou sterven, mijn leven over zou zijn in dat ik alle hoop zou verliezen dat ik iets goeds van mijn leven zou kunnen maken/dat er een licht was aan het eind van de tunnel.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat ik mijn moeder nodig had als een buffer en een tussenpersoon tussen mijzelf en mijn vader - en dat, als zij er niet zou zijn, ik met mijn vader niet zou kunnen samenleven.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mij in het moment dat ik probeerde mijn toekomst in te beelden zonder mijn moeder - al begon plannen te maken om zo snel mogelijk uit het huis te verhuizen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mij schuldig te voelen dat ik een slechte relatie had met mijn vader en dat ik hem alleen zou achterlaten als ik kon - in plaats van in te zien dat als mijn moeder er niet meer zou zijn, ik mijzelf zou moeten duwen om een echte en degelijke relatie met mijn vader te ontwikkelen en manieren te vinden om op een duidelijke en rechtstreekse manier met mijn vader te communiceren.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om, in plaats van in te zien dat het nodig is dat ik een goede relatie en communicatie ontwikkel met mijn vader en daarvan werk te maken - liever gewoon wegloop van mijn problemen en toe te geven aan de gedachte/idee/het geloof dat mijn relatie en communicatie met mijn vader nooit kunnen veranderen, zonder echt te proberen en het verleden los te laten met vergeving.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te panikeren wanneer ik zag dat mijn moeder in tranen uitbarstte in het ziekenhuis toen ze dacht dat ik, mijn zus en broer haar niet meer konden zien en hoe mijn vader zich ook niet sterk kon houden.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mij zelf helemaal zwak te voelen en te geloven dat er geen hoop was, omdat ik zag dat mijn moeder en vader schrik hadden dat het slecht zou aflopen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijn kracht en mijn stand heb gedefinieerd in en als de kracht en stand die ik zag in mijn vader en mijn moeder - en dat, eenmaal ik die kracht en stand niet zag in mijn vader en moeder - te geloven dat ik geen kracht meer had en dat ik niet meer kon staan.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om te geloven dat ik op iemand anders moet kunnen leunen voor moed, kracht en om te kunnen staan in stabiliteit.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om mijn moed te definiëren in en als mijn moeder en vader.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan om mijn moed, kracht en zelfstandigheid te definiëren in en als mijn vader en moeder, in afscheiding van mijzelf.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf niet heb aanvaard en gerealiseerd als moed, kracht en zelfstandigheid, maar mijzelf heb afgescheiden van mijzelf in het definiëren van mijn moed, kracht en zelfstandigheid in mijn moeder en vader als wezens buiten mijzelf.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om als kind, mijzelf en wie ik ben te definiëren in relatie tot mijn ouders, omdat ik als kind afhankelijk was van mijn ouders - en dan te geloven dat die afhankelijkheid deel maakt van wie ik ben en altijd deel zal maken van wie ik ben - in plaats van in te zien en mij te realiseren dat elk kind afhankelijk is van zijn ouders voor een bepaalde tijdslengte, totdat het kind voldoende ontwikkeld is om voor zichzelf te zorgen.

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf heb toegestaan en aanvaard om die relatie van afhankelijkheid die ik had ontwikkeld met mijn ouders, waarbij ik geloofde dat 'wie ik ben' afhankelijk is en altijd zal zijn van mijn ouders - te reproduceren met elk ander wezen dat ik leerde kennen in mijn wereld - en zo, keer op keer relaties van afhankelijkheid te creëren, waarbij ik mijzelf maar bleef opsplitsen en afsplitsen door delen en aspecten van mijzelf in anderen te definiëren

Ik vergeef mijzelf dat ik mijzelf hierdoor niet heb toegestaan en aanvaard om relaties van eenheid en gelijkheid te ontwikkelen met de wezens in mijn omgeving en wereld, maar in plaats daarvan te geloven dat relaties hebben net betekent dat je afhankelijk bent van anderen en dat je niet zonder hen kan, of dat je zonder hen niet langer compleet/heel bent.

Wordt Vervolgd.
Enhanced by Zemanta

0 comments: